Hoofddorp 1992
maandag 30 november 1992
Hoofddorp (Noord-Holland)
ontsporing
door snelheid, procedures
5 doden, 33 gewonden

In de buurt van station Hoofddorp ontspoorde de Intercity Amsterdam-Vlissingen. In de trein vielen vijf doden en tientallen gewonden. De machinist bleek te snel te hebben gereden op een plaats waar in verband met werkzaamheden een scherpe S-bocht was aangelegd. Er bleek echter ook veel mis te zijn gegaan bij de informatievoorziening van machinisten over snelheidsbeperkingen, zoals die bij Hoofddorp golden.

Vlakbij station Hoofddorp vonden in november 1992 werkzaamheden aan het spoor plaats om het opstelterrein te vergroten. Daarbij was het noodzakelijk om een van de doorgaande sporen te verleggen. Hiervoor werd een S-bocht aangelegd, maar doordat de bestelde stopmachine defect raakte, werd de bocht met andere middelen aangelegd en met andere boogstralen dan oorspronkelijk ontworpen. Toch werd voor de S-bocht een tijdelijke snelheidsbeperking van 90 km/h werd vastgesteld, maar de machinisten van de eerste treinen die de S-bocht op maandagmorgen 23 november passeerden, meldden dat dat veel te snel was voor deze bocht. Daarom werd de snelheid verlaagd naar 60 km/h.

Op 28 november passeerde een internationale trein de S-bocht met circa 120 km/h. Enkele wagens ontspoorden en het spoor raakte beschadigd. Na reparatie werd de bocht opnieuw vrijgegeven voor het treinverkeer, opnieuw met een snelheidsbeperking van 60 km/h.

Twee dagen later ontspoorde de Intercity van Amsterdam naar Vlissingen, op precies dezelfde plaats als de internationale trein was ontspoord. De voorste bak draaide achterstevoren, raakte enkele bomen en kwam naast het spoor terecht. Ook de zes andere wagons ontspoorden, en enkele kantelden.

In de voorste wagon vielen vijf doden en de meeste zwaargewonden. Andere wagons raakten een dienstgebouw van het opstelterrein en een hoogspanningsmast. Het spoor was vernield en pas dagen later kon het treinverkeer worden hervat.

Tijdelijke snelheidsbeperkingen worden naar de machinisten gecommuniceerd middels de TSB, een wekelijks boekje. In deze wekelijkse TSB was de oorspronkelijke snelheidsbeperking van 90 km/h wel opgenomen, maar de verlaging naar 60 km/h niet. Deze werd opgenomen in een ATSB, een aanvullend blad op de TSB. De machinist van de ontspoorde Intercity verklaarde echter deze ATSB niet te hebben ontvangen en dus ook niet op de hoogte zijn geweest van de nieuwe beperking. De beperking was wel aangeven met borden langs de baan, maar deze waren onverlicht en dus in het donker en in de schemering praktisch onleesbaar.

In eerste instantie wees de NS de machinist aan als schuldig aan het ongeluk, maar nadat de Spoorwegongevallenraad het aannemelijk achtte dat de machinist daadwerkelijk niet van de laatste snelheidsbeperking wist, verleende de NS de machinist eerherstel. Tevens wijzigde de vervoerder de manier waarop ATSB's aan machinisten werden uitgereikt: zij moesten voortaan tekenen voor ontvangst.

Bronnen

Youtube

Vergelijkbare ongevallen

Andere ongevallen in de buurt