In de buurt van station Hoofddorp ontspoorde de Intercity Amsterdam-Vlissingen. In de trein vielen vijf doden en tientallen gewonden. De machinist bleek te snel te hebben gereden op een plaats waar in verband met werkzaamheden een scherpe S-bocht was aangelegd. Er bleek echter ook veel mis te zijn gegaan bij de informatievoorziening van machinisten over snelheidsbeperkingen, zoals die bij Hoofddorp golden.
![]()
lakbij station Hoofddorp vonden in november 1992 werkzaamheden aan het spoor plaats om het opstelterrein te vergroten. Daarbij was het noodzakelijk om een van de doorgaande sporen te verleggen. Hiervoor werd een S-bocht aangelegd, maar doordat de bestelde stopmachine defect raakte, werd de bocht met andere middelen aangelegd en met andere boogstralen dan oorspronkelijk ontworpen. Toch werd voor de S-bocht een tijdelijke snelheidsbeperking van 90 km/h werd vastgesteld, maar de machinisten van de eerste treinen die de S-bocht op maandagmorgen 23 november passeerden, meldden dat dat veel te snel was voor deze bocht. Daarom werd de snelheid verlaagd naar 60 km/h.
Op 28 november passeerde een internationale trein de S-bocht met circa 120 km/h. Enkele wagens ontspoorden en het spoor raakte beschadigd. Na reparatie werd de bocht opnieuw vrijgegeven voor het treinverkeer, opnieuw met een snelheidsbeperking van 60 km/h.
Twee dagen later ontspoorde de Intercity van Amsterdam naar Vlissingen, op precies dezelfde plaats als de internationale trein was ontspoord. De voorste bak draaide achterstevoren, raakte enkele bomen en kwam naast het spoor terecht. Ook de zes andere wagons ontspoorden, en enkele kantelden.
In de voorste wagon vielen vijf doden en de meeste zwaargewonden. Andere wagons raakten een dienstgebouw van het opstelterrein en een hoogspanningsmast. Het spoor was vernield en pas dagen later kon het treinverkeer worden hervat.
ijdelijke snelheidsbeperkingen worden naar de machinisten gecommuniceerd middels de TSB, een wekelijks boekje. In deze wekelijkse TSB was de oorspronkelijke snelheidsbeperking van 90 km/h wel opgenomen, maar de verlaging naar 60 km/h niet. Deze werd opgenomen in een ATSB, een aanvullend blad op de TSB. De machinist van de ontspoorde Intercity verklaarde echter deze ATSB niet te hebben ontvangen en dus ook niet op de hoogte zijn geweest van de nieuwe beperking. De beperking was wel aangeven met borden langs de baan, maar deze waren onverlicht en dus in het donker en in de schemering praktisch onleesbaar.
In eerste instantie wees de NS de machinist aan als schuldig aan het ongeluk, maar nadat de Spoorwegongevallenraad het aannemelijk achtte dat de machinist daadwerkelijk niet van de laatste snelheidsbeperking wist, verleende de NS de machinist eerherstel. Tevens wijzigde de vervoerder de manier waarop ATSB's aan machinisten werden uitgereikt: zij moesten voortaan tekenen voor ontvangst.
Bronnen
- "Zeker vijf doden bij treinongeluk" (Leeuwarder Courant, maandag 30 november 1992)
- "Brief van de Minister van Verkeer en Waterstaat, inclusief samenvatting van het spoorwegveiligheidsonderzoek Hoofddorp" (Tweede Kamer der Staten-Generaal, woensdag 2 juni 1993)
- "'Ontsporing intercity Hoofddorp mede veroorzaakt door S-bocht'" (Nederlands Dagblad, zaterdag 13 november 1993)
Youtube
Vergelijkbare ongevallen
- Heeze 1978: Bij Heeze ontspoorde een lege reizigerstrein, doordat deze te hard door een wissel reed. De kop van de trein kwam in een tuin tot stilstand, slechts meters van een woonhuis. Een passagierende NS-medewerker raakte gewond.
- Almelo 1907: Bij binnenkomst op station Almelo ontspoorde een sneltrein. De locomotief en tender vielen om en verpletterden de machinist en de stoker. Oorzaak was waarschijnlijk een te hoge snelheid.
- Hilversum 1949: Op station Hilversum ontspoorde een reizigerstrein, omdat de trein te snel reed. Er vielen een aantal lichtgewonden, maar de schade aan de infrastructuur was aanzienlijk.
- Zandvoort 1890: Tussen Overveen en Zandvoort ontspoorde een reizigerstrein. De stoker kwam om het leven, enkele passagiers raakten gewond.
- Woerden 1960: Bij Woerden reed een militaire trein met twee maal de toegestane snelheid door een wissel en ontspoorde. Twee inzittenden kwamen om het leven.
- Watergraafsmeer 1950: Een reizigerstrein uit Amersfoort ontspoorde op een wissel bij de Watergraafsmeer. Er vielen zeven gewonden. De machinist was met zeker 90 km/u door een afleidend wissel gereden.
- Apeldoorn 2003: Bij station Apeldoorn ontspoorde een goederentrein, die te snel door een wissel reed. Er vielen geen slachtoffers, maar de schade aan de trein en de infrastructuur was aanzienlijk.
- Waterhuizen 1991: Bij Waterhuizen Aansluiting ontspoorde een reizigerstrein doordat een wissel te snel werd bereden. Er vielen drie gewonden.
- Heeze 1986: In Heeze ontspoorde een goederentrein doordat deze te snel reed. De ontsporing richtte een enorme ravage aan. De machinist raakte lichtgewond.
- Oldebroek 1955: Bij Legerplaats Oldebroek ontspoorde een militaire trein met verlofgangers. In de ravage en de brand kwamen twee militairen om het leven. Het ongeluk was veroorzaakt doordat een wissel met te hoge snelheid werd bereden.
Andere ongevallen in de buurt
- Vogelenzang 1882 (8 km): Bij Vogelenzang reden twee passagierstreinen frontaal op elkaar. Door werkzaamheden was slechts één van de twee sporen beschikbaar. Twee reizigers kwamen om het leven.
- Hillegom 1938 (8 km): Op station Hillegom woei een deur van een goederenlocomotief open doordat een reizigerstrein op snelheid passeerde. De deurklink vernielde een aantal ramen van de reizigerstrein, waarbij één passagier gewond raakte.
- Veenenburg 1866 (9 km): Op station Veenenburg moest een reizigerstrein uit Rotterdam wachten op kruising met een trein uit Amsterdam. De Rotterdamse trein reed echter door het stoptonende sein en raakte zijn tegenligger in de flank. Eén passagier raakte gewond.
- Lisse 1944 (10 km): Bij Lisse werden op een overweg twee vrachtwagens, die met elkaar in botsing waren gekomen, geschept door een sneltrein. Van de voertuigen kwamen negen inzittenden om het leven.
- Haarlem 1851 (11 km): Bij Haarlem ontspoorde een locomotief, die vervolgens in het water belandde.
- Haarlem 1912 (12 km): Bij station Haarlem botste een goederentrein op een stilstaande locomotief. Er vielen geen gewonden, maar de ravage was groot. De loc bleek op het hoofdspoor terecht te zijn gekomen door een verkeerde wisselstand.
- Haarlem 1942 (12 km): Bij een treinbotsing in Haarlem kwam één persoon om het leven.
- Halfweg 1966 (12 km): Bij Halfweg ontspoorde een trein, die met 100 km/h door een wissel reed waar maar 45 km/h was toegestaan. De trein raakte drie bovenleidingportalen en kwam naast het talud terecht. Er vielen dertien gewonden, waarvan twee ernstig. De machinist werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf.
- Halfweg 1938 (12 km): Bij Halfweg reden twee werktreinen op elkaar. De machinist van een trein uit Amsterdam had in de dichte mist de andere, stilstaande trein niet opgemerkt en botste er met een flinke vaart op. Er vielen geen gewonden.
- Halfweg 1972 (12 km): Bij station Halfweg reed een goederentrein door rood en ontspoorde. De locomotief kwam in de sloot terecht en zakte zo ver weg in de modder, dat hij niet meer geborgen kon worden.