Ten zuiden van halte De Vink, nabij Leiden, ontspoorde een sneltrein. Een deel van de wagens belandde in de sloot, waarbij vier mensen om het leven kwamen. De ontsporing was veroorzaakt door een slechte toestand van de baan.

Sneltrein 218, van Den Haag naar Amsterdam, ontspoorde vlak voor halte De Vink. Door de ontsporing kantelde de locomotief en trok twee goederenwagons en een passagiersrijtuig mee, die in een naastgelegen sloot belandden. Er ontstond brand in de locomotief, die snel geblust kon worden. Twee reizigers en twee machinisten kwamen om het leven. De ramp werd breed uitgemeten in de pers, mede omdat de omgekomen reizigers het echtpaar Lobo betrof, destijds een beroemd echtpaar van toneelspelers.

Omdat er in de maanden voor het ongeluk spoorvernieuwing was gepleegd op het betreffende baanvak, werd de oorzaak van de ramp al snel gezocht in de infrastructuur. Machinisten hadden al diverse malen geklaagd over de slechte ligging van het spoor sinds de werkzaamheden waren aangevangen en zowel de personeelsvereniging als een officiele commissie stelden een onderzoek in.

Uit beide onderzoeken kwam dezelfde conclusie naar voren: de spoorvernieuwing was nonchalant en onzorgvuldig uitgevoerd. Vooral het afgraven en vervangen van het ballastbed was slordig gedaan en het grind was niet voldoende ingeklonken, waardoor er lege ruimtes onder de dwarsliggers ontstonden en daarmee kuilen in het spoor. Tevens werd alleen tijdens de werkzaamheden een snelheidsbeperking afgegeven: zodra de arbeiders aan het einde van de middag naar huis gingen, werden de snelheidsborden weer weggehaald en mochten de treinen weer 90 km/h rijden.

Bronnen

• "Ernstig spoorwegongeluk bij Leiden" (Haagsche Courant, donderdag 9 september 1926)
• "De oorzaak van het spoorwegongeluk bij De Vink" (Nieuwsblad van Friesland, vrijdag 15 oktober 1926)
• "Het spoorwegongeluk bij de Vink: Het onderzoek van den Personeelsraad" (Delftsche Courant, maandag 6 december 1926)
• "Het spoorwegongeval nabij de Vink: Rapport der Commissie" (De Tijd, dinsdag 18 januari 1927)

Youtube

Vergelijkbare ongevallen

• Hulshorst 1918: Bij Hulshorst ontspoorde een goederentrein, omdat het spoor was opgebroken bij werkzaamheden. Er vielen geen gewonden.
• Haelen 1955: Bij Haelen ontspoorde een reizigerstrein op een wissel, dat door de hitte was uitgezet. Ondanks de grote ravage vielen er slechts twee lichtgewonden.
• Helmond 1957: Bij Helmond ontspoorde een trein doordat de rails te los lagen. De trein greep een aantal baanwerkers, van wie er vier gewond raakten.
• Hoek van Holland 1978: Bij station Hoek van Holland ontspoorde een reizigerstrein op een wissel. De voorste bak kantelde, waarbij drie passagiers gewond raakten. De trein ontspoorde omdat er tussendoor aan het wissel werd gewerkt.
• Hilversum 2014: Bij station Hilversum ontspoorde een Intercity. Er vielen twee lichtgewonden, maar er was grote schade aan de infrastructuur. De oorzaak was een defect wissel.
• Beilen 1913: Tussen Beilen en Hooghalen ontspoorde een sneltrein van Groningen naar Zwolle. Vijf mensen kwamen om het leven.
• Leidschendam 1852: Tussen Voorschoten en Den Haag ontspoorde een reizigerstrein, doordat de dwarsliggers van het spoor verrot waren. De locomotief belandde in een sloot en een wagon werd verbrijzeld. Er vielen twee gewonden.
• Vlissingen-Oost 2017: In het Sloegebied bij Nieuwdorp ontspoorden twee ketelwagens gevuld met LPG van een goederentrein. Een van de wagens kantelde, maar er ontstond geen lekkage. De ontsporing was veroorzaakt door kapotte dwarsliggers.
• Sint Hubert 1926: Tussen Haps en Mill bezweek de spoorbrug over de Raam het onder het gewicht van een passagierstrein. De locomotief kwam in het water terecht, maar er vielen geen gewonden. De brug had het begeven door het hoge water na de overstroming van de Maas.
• Houten 1917: Bij Houten ontspoorde een reizigerstrein. Er vielen elf gewonden, maar koningin Wilhelmina, die ook aan boord was, bleef ongedeerd.

Andere ongevallen in de buurt

• Leiden 1965 (1 km): In Leiden schampte een trein een schip, dat te dicht bij de brug over de Oude Rijn lag. Er vielen geen gewonden, maar zowel de trein als het schip raakten beschadigd.
• Voorschoten 2023 (2 km): Bij station Voorschoten botste een goederentrein op een bouwkraan, die werd gebruikt bij werkzaamheden aan het spoor. Een tegenmoetkomende reizigerstrein botste daarna op de brokstukken van de kraan, ontspoorde en kwam naast het spoor in een weiland terecht. De kraanmachinist kwam om het leven, in de reizigerstrein vielen tientallen gewonden.
• Leiden 1924 (3 km): In Leiden werd een tram aangereden door een trein. Van de tram werd één wagen volledig vernield, de locomotief van de trein ontspoorde en kwam in een sloot terecht. Er vielen geen gewonden.
• Leiden 2010 (3 km): Dit ongeval is nog niet beschreven
• Leiden 1914 (3 km): Bij station Leiden botsten twee losse locomotieven op elkaar. Een van de machines viel om, waarbij de machinist om het leven kwam. De machinist van de andere locomotief was door een onvelig sein gereden.
• Leidschendam 1940 (4 km): Bij Leidschendam botste een reizigerstrein in volle vaart op een ontspoorde goederentrein. De machinist van de reizigerstrein kwam om het leven.
• Leidschendam 1852 (5 km): Tussen Voorschoten en Den Haag ontspoorde een reizigerstrein, doordat de dwarsliggers van het spoor verrot waren. De locomotief belandde in een sloot en een wagon werd verbrijzeld. Er vielen twee gewonden.
• Leidschendam 1948 (5 km): Bij Leidschendam ontspoorde een reizigerstrein als gevolg van spoorspatting. De tegentrein uit Amsterdam botste tegen de ontspoorde trein. Er vielen geen gewonden.
• Warmond 1843 (6 km): Op 10 maart 1843 vond het eerste fatale spoorwegongeval van Nederland plaats. Op de brug over de Leede ontspoorde een locomotief van de HIJSM, waarbij de machinist om het leven kwam.
• Warmond 1874 (6 km): Bij station Warmond vond een frontale botsing plaats tussen een reizigerstrein en een leeg-materieel-trein. De conducteur en een reiziger kwamen om het leven.