Weesp 1918
vrijdag 13 september 1918
Weesp (Noord-Holland)
ontsporing, aanrijding object
door defecte infrastructuur
41 doden, 42 gewonden

Bij Weesp ontspoorde een sneltrein omdat de spoordijk het begaf. De trein stortte van het talud, waarbij 41 passagiers om het leven kwamen. Het was tot 1962 het dodelijkste spoorwegongeluk in Nederland.

Op vrijdag 13 september 1918 passeerde sneltrein 102, van Amersfoort naar Amsterdam, station Weesp en begon aan de klim naar de brug over het Merwedekanaal (tegenwoordig Amsterdam-Rijnkanaal genoemd). Op het moment dat de locomotief de spoorbrug had bereikt, verzakte de dijk en begon het spoor te schuiven.

De locomotief en de tender kantelden, maar werden tegengehouden door de ijzeren opbouw van de brug. Daarachter liep een bagagewagen, die tegen het landhoofd botste. Vervolgens kwamen drie houten reizigerswagons, die van het talud schoven en versplinterden. De bagage- en de postwagens die daar weer achterliepen, reden ook van het talud af en verpletterden de derde reizigerswagon. De overige wagens ontspoorden, maar bleven achter op de spoordijk, deels nog in het spoor.

Twintig minuten na het ongeluk sloeg de stationschef van Weesp groot alarm. Direct vertrok een hulptrein uit Amsterdam met medisch personeel naar de rampplek, later arriveerden meer treinen om de gewonden af te voeren. De machinist van de ongevalstrein, die ongedeerd was gebleven, hielp direct mee met de reddingsoperatie, net als een groep soldaten, die toevallig in de buurt een oefening hielden. De doden werden verzameld op een schip dat in het Merwedekanaal was aangehouden en uiteindelijk 36 slachtoffers afleverde in Amsterdam.

Bij nader onderzoek bleek dat het zand in de spoordijk volledig was verzadigd met water. Het had de weken voor het ongeluk veel geregend en de spoordijk bevatte ondoordringbare lagen, waardoor het water werd vastgehouden. Kwelwater uit het kanaal, dat van onderaf de dijk binnendrong, verzwakte het zandlichaam nog meer.

Na publicatie van het onderzoek, uitgevoerd onder leiding van ingenieur Lely, werd de beheerder van de spoorlijn, de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM) aangeklaagd door ruim dertig slachtoffers die de ramp hadden overleefd. De slachtoffers werden drie jaar later in het gelijk gesteld door de rechter: de spoorwegmaatschappij had nagelaten de dijk nauwlettend te inspecteren en te onderhouden, terwijl bekend was dat er kwelwater uit het Merwedekanaal de spoordijk binnendrong. Ook waarschuwingen van ingenieurs waren in de wind geslagen.

Bronnen

Vergelijkbare ongevallen

Andere ongevallen in de buurt