In Vlaardingen reed een trein een open spoorbrug op. De trein ontspoorde en kwam boven het water te hangen. De machinist bleek door rood te zijn gereden.

De spoorbrug in Vlaardingen was open geweest om scheepvaartverkeer door te laten en was net sluitende, toen een sprinter naar Maassluis de brug opreed. De trein kantelde en kwam naast het spoor terecht, met de voorkant van de eerste bak op de overkant en de tweede bak nog op het eerste landhoofd. Zo bleef de trein vervaarlijk boven het water hangen.

De machinist was gelijk uit de trein geklommen en de brandweer was snel ter plaatse om de reizigers uit hun benarde positie te bevrijden. Aan de waterkant van de trein waren een aantal deuren opengegaan en duikers doorzochten het water op eventuele slachtoffers, maar er werd niemand gevonden. Uiteindelijk raakten veertien reizigers min of meer licht gewond. Na onderzoek door de NS bleek de machinist door een rood sein te zijn gereden.

Bronnen

• "Sprinter hangt boven water na ontsporing" (Het Vrije Volk, maandag 15 september 1980)
• "Machinist ontspoorde sprinter was fout" (Het Vrije Volk, zaterdag 13 december 1980)

Vergelijkbare ongevallen

• Coevorden 1905: Bij Coevorden reed een locomotief voorbij een onveilig sein en een geopende brug op, waardoor de machine deels in het water terecht kwam. Er vielen geen gewonden.
• Utrecht 1856: In Utrecht reed een goederentrein in de richting Arnhem in het bruggat van de geopende Jeremiebrug. De loc en de tender vielen in het water, evenals de machinist en de stoker, maar er vielen geen gewonden.
• Halfweg 1972: Bij station Halfweg reed een goederentrein door rood en ontspoorde. De locomotief kwam in de sloot terecht en zakte zo ver weg in de modder, dat hij niet meer geborgen kon worden.
• Nieuwerkerk aan den IJssel 1899: Bij Nieuwerkerk aan den IJssel reed een trein een geopende brug in. De stoker raakte lichtgewond.
• Zevenaar 1902: Bij station Zevenaar ontspoorde een goederentrein omdat er tijdens het passeren een wissel werd omgelegd. De wisselwachter bleek te diep in het glaasje te hebben gekeken.
• Hoofddorp 1992: In de buurt van station Hoofddorp ontspoorde de Intercity Amsterdam-Vlissingen. In de trein vielen vijf doden en tientallen gewonden. De machinist bleek te snel te hebben gereden op een plaats waar in verband met werkzaamheden een scherpe S-bocht was aangelegd. Er bleek echter ook veel mis te zijn gegaan bij de informatievoorziening van machinisten over snelheidsbeperkingen, zoals die bij Hoofddorp golden.
• Den Haag 1994: Bij Den Haag Centraal botste een Intercity op een rangerende locomotief. Er vielen tientallen gewonden. De machinist van de loc bleek door rood te zijn gereden.
• Nieuwerbrug aan den Rijn 1902: Bij Nieuwerbrug aan den Rijn reed een trein in het gat van een geopende brug. De conducteur kwam om het leven.
• Gouda 1953: Op het traject van Gouda naar Alphen aan de Rijn botste een losse locomotief op een tegemoetkomende reizigerstrein. Hiervan kwam de machinist om het leven. De loc was door een onveilig sein gereden.
• Maarsbergen 1865: Doordat de machinist van een goederentrein in de mist een sein had gemist, botste hij op station Maarsbergen tegen een stilstaande goederentrein. Een aantal wagens ontspoorden, maar er vielen geen gewonden. De conducteur van de stilstaande trein had op de achterste wagen dienst moeten doen, maar had zich verslapen en ontsnapte daarmee aan de dood.

Andere ongevallen in de buurt

• Vlaardingen 1953 (1 km): Tussen Maassluis en Vlaardingen botste een reizigerstrein achterop een andere, stilstaande reizigerstrein. Er vielen slechts enkele gewonden. De achterste trein had door de dichte mist een onveilig sein gemist.
• Schiedam 1976 (4 km): Bij Schiedam botste een stoptrein frontaal op een tegemoetkomende internationale trein. Het dodelijkste treinongeluk sinds Harmelen 1962 kostte aan 24 mensen het leven.
• Schiedam 1946 (5 km): Tussen Schiedam en Delft botste een passagierstrein op een paard en wagen, waardoor de trein ontspoorde. Er vielen geen gewonden, maar het spoor raakte zwaar beschadigd.
• Kethel 1941 (5 km): Op de brug nabij Kethel botste een reizigerstrein achterop een stilstaande goederentrein. Er raakten twee personen gewond. Het ongeluk was veroorzaakt doordat de treindienstleider per ongeluk een sein voor de reizigerstrein op veilig had gezet.
• Botlek 1986 (5 km): Bij vertrek van het Rotterdamse rangeerterrein Botlek botste een goederentrein op een andere, binnenkomende goederentrein. Eén machinist kwam hierbij bekneld te zitten in zijn locomotief en overleed ter plaatse. De machinist van de andere trein raakte gewond. Er is geen uitgebreid onderzoek gedaan naar het ongeval, maar de plaatselijke politie verklaarde dat een verkeerde wisselstand het ongeluk waarschijnlijk had veroorzaakt.
• Schiedam 1952 (6 km): In Schiedam botste een lege reizigerstrein op een stilstaande locomotief. De machinist raakte gewond. De botsing was veroorzaakt door een verkeerd seinbeeld.
• Schiedam 1856 (6 km): In de late avond botste de laatste trein van Schiedam naar Den Haag op een voorganger, die was gestopt op de vrije baan. Drie mensen kwamen om het leven.
• Rotterdam 1982 (7 km): Op derde Kerstdag 1982 botsten nabij de Schiebrug in Rotterdam een internationale trein en een stoptrein frontaal op elkaar. Er vielen drie doden. Vermoed wordt dat de machinist van de stoptrein een rood sein was gepasseerd.
• Maassluis 1956 (7 km): De boottrein van Amsterdam naar Hoek van Holland ontspoorde op een spoorbrug in Maassluis. De trein ramde bovenleidingportalen en een blokpost, maar er vielen slechts twee gewonden.
• Rotterdam 1952 (8 km): Bij Pernis reden twee reizigerstreinen achter op elkaar. Er vielen twee doden en tientallen gewonden. De achterste trein had te hard gereden.